‘I never look back on what
I’ve written because I’m on to new things, because I’m curious, I guess, and
excited by the unknown. So to me that’s the fun of writing.’
Annie
Proulx in Boeken op reis
Deze blog gaat over het effect
van schrijven op leren. Schrijven leidt tot leren, zou ik net als de
schrijfster Annie Proulx in bovenstaand citaat zeggen. Misschien zijn schrijven
en leren wel een en hetzelfde. Ik vraag me af hoe dat eigenlijk werkt.
Het lijkt vanzelfsprekend: dat
je al schrijvende steeds beter begrijpt hoe iets in elkaar zit, wat iets nu
eigenlijk voor gevoel bij je oproept, of wat de juiste argumenten zijn voor je
standpunt. Door te schrijven wordt duidelijker wat je weet over je onderwerp. Schrijven
dwingt je tot rustig nadenken en formuleren – zeker als je er de tijd voor
neemt en niet zomaar iets op Twitter pleurt. Voordat je op de knopjes ‘send’ of
‘publish’ drukt kan je beter eerst nog even nadenken - is dit wel echt wat ik
bedoel, klopt dit wel? En precies dat ‘nog even nadenken’ geeft een leereffect:
bewustwording van kennis.
Het werkt ook omgekeerd: door te
schrijven ontdek je wat je nog niet
weet, ga je jezelf vragen stellen en wordt je nieuwsgierigheid geprikkeld. Ik
zag dat gebeuren in een groep 8 waar kinderen bezig waren een tekst te
schrijven over het ontstaan van een vulkaanuitbarsting. Terwijl ze elkaar hun
eerste versies voorlazen, ontstonden allerlei discussies over hoe het nu
precies zat met de bewegingen van de aarde. Kennisproductie en kennisbehoefte
haakten in elkaar: ze waren als gekken aan het leren!
In een interview voor het
tv-programma ‘Boeken op reis’ zegt Annie Proulx in dit opzicht nog iets
interessants:
‘Op school zeggen ze tegen leerlingen: schrijf over wat je weet, maar je
kunt het beter omdraaien: weet waarover je schrijft! Er zijn oneindig veel
bronnen die je meenemen naar onbekende gebieden. Er valt een hoop te leren.’
Het is een kip-of-ei vraag: moet
je eerst iets weten om erover te kunnen schrijven, of kan je ook schrijven om
iets te weten te komen? Voor mij staat vast dat leren (inhoud) en schrijven in
elkaar vervlochten zijn en om en om komen bovendrijven. Het is niet voor niets
dat kennis vaak getoetst wordt met behulp van schriftelijk te beantwoorden
vragen, en dat leraren soms wanhopig worden van slecht geschreven antwoorden op
die toetsvragen, omdat ze dan niet kunnen checken of de leerling wel weet wat
hij moet weten. Weten ze het niet, of kunnen ze het alleen niet opschrijven?
Onmogelijk om dat te bepalen. De verleiding om dan maar alleen multiplechoice
toetsen te gebruiken is groot, maar waarschijnlijk een valkuil.
In een recent onderzoek van de Stichting Lezen (Emy Koopman, 2017) worden resultaten van onderzoek naar
schrijven-om-te-leren beschreven. Meerdere
onderzoeken bevestigen wat je al zou denken: dat schrijven helpt bij leren.
‘In
hun review van 48 schrijven-om-te-leren-studies in het lager en middelbaar
onderwijs zagen Bangert-Drowns en collega’s (2004) positievere toetsresultaten
na schrijftaken als leerlingen hun huidige begrip, hun verwarring en hun gevoelens
tegenover het onderwerp moesten evalueren. Leerlingen die dat doen zijn volgens
Bangert-Drowns e.a. actief met de stof bezig en trainen cognitieve strategieën.’
Maar ook blijkt dat gericht
onderwijs in schrijven dit leereffect versterkt:
Uit
de meta-analyse van Graham en Hebert (2010) bleek dat zomaar een tijdje
schrijven minder goed werkt dan taken waar ook wordt stilgestaan bij wat dat
schrijven inhoudt: schrijftaken hadden het sterkste effect op tekstbegrip als
leerlingen leerden over de schrijfvaardigheden en schrijfprocessen die komen
kijken bij het creëren van een tekst. Algemeen bemerkten Graham en Hebert het
belang van instructies, vooral
voor de zwakkere leerlingen. Die leerlingen presteerden alleen beter op
tekstbegrip als ze uitgelegd kregen hoe ze moesten schrijven.
Hiernaast
hadden interventies die over een langere
periode liepen een sterker effect op leerprestaties (Bangert-Drowns
e.a., 2004). Dat lijkt voor de hand te liggen, maar meer tijd per schrijftaak
werkte juist averechts. Liever dus consistent blijven oefenen met korte
schrijftaken, al is dit natuurlijk relatief.
Ik denk dat juist de consequente
verbinding van schrijven met het opdoen van inhoudelijke kennis over een
onderwerp werkt als een vliegwiel: beide processen wisselen elkaar af,
versterken elkaar en zorgen voor een voortgang van leren. Kinderen schrijven beter
als ze meer over hun onderwerp weten, en ze leren meer over dat onderwerp als
ze erover moeten schrijven.
Ook bij begrijpend lezen speelt
iets dergelijks. Een tekst over iets waarvan je niets weet, is ook voor een
sterke lezer ontoegankelijk. Niet alleen omdat je dan vaak cruciale woorden
niet kent, maar ook omdat je niet weet wat belangrijk en onbelangrijk is in de
tekst, en je je bij het lezen dus niet kunt vasthouden aan de tekststructuur. Een
basis van kennis over het onderwerp helpt bij lezen. Omgekeerd helpt een
onderzoeksvraag bij het te lijf gaan van een tekst: als je iets wilt weten, is
je motivatie om een tekst te doorgronden groot, ook al is hij moeilijk. En dan
bedoel ik dus niet de bekende praktijk van begrijpend-lezen-vragen in een
taalboek, waarbij al vaak is aangetoond dat die ook zonder enige kennis van of
interesse in een onderwerp beantwoord kunnen worden, zie blog over ‘de pikkel en de wop’.
Schrijven en leren, het is een
mooi paar. Het zou een interessant experiment zijn als alle leerkrachten vanaf
nu hun schrijfonderwijs zouden koppelen aan de onderwerpen die ze met de kinderen aan
het onderzoeken zijn. En om dan eens te bekijken of de als ‘zwak’ bekend
staande schrijvers zwak blijven. Met behulp van de taalrondes hadden we al
ontdekt dat schrijfvaardigheid samenhangt met motivatie en kennis van het
onderwerp, beide bereikt door het centraal stellen van eigen ervaringen. Nu de
zaakvakken er nog bij!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten