Ooit kreeg ik een
opstel terug van mijn leraar Nederlands, waaronder hij met rode pen had
geschreven: ‘wat ben je toch een schatje’. Omdat er verder nergens iets roods
in mijn tekst stond, heb ik dat opgevat als een voldoende. Met de betekenis van
de opmerking hield ik mij verder niet bezig. Ik was een puber. Bij mijn eigen
puberdochters heb ik kunnen zien dat je op die leeftijd zelden geïnteresseerd
bent in de redenen voor een beoordeling, en al helemaal niet als het een
voldoende betreft. In dit geval zaten we van beide kanten goed: ik blij met
mijn voldoende, de leraar niet gehinderd door de noodzaak zijn beoordeling uit
te leggen.
In een notendop
illustreert dit voorval de situatie van het schrijfonderwijs op school. Nog
steeds krijgen kinderen teksten terug van hun leerkracht, voorzien van strepen
en aantekeningen die zij niet of nauwelijks begrijpen en die ze voor lief
nemen. Het is de vraag wat zij daarvan leren. Achteraf horen wat je had moeten
doen, in de vorm van een beoordeling – zeker voor zwakke schrijvers is dat
verwarrend en demotiverend.
Schrijfvaardigheid
en het beoordelen van teksten
Over taalonderwijs en
taalvaardigheid is de laatste jaren veel te doen geweest. Ontelbare artikelen
verschenen in de media over zwakke prestaties op het gebied van lezen, spellen
en woordenschat. Ook over de schrijfvaardigheid van alle soorten leerlingen en
studenten bestaat bezorgdheid. Volgens onderzoek beschikt ruim de helft van de
mbo-leerlingen over onvoldoende schrijfvaardigheid om op school en in de beroepspraktijk
naar behoren te functioneren. Maar ook in het vwo en aan de universiteit wordt
geklaagd over de slechte kwaliteit van teksten. Daarbij valt op dat met
‘kwaliteit’ meestal een correcte spelling en zinsbouw bedoeld worden. Hoewel
dit geen onbelangrijke criteria zijn voor een goed geschreven tekst, zijn het
niet de enige en zeker niet de belangrijkste.
Wat is een goede
tekst? Lang of kort? Gedetailleerd of globaal? Met drie spelfouten of met tien
spelfouten? Met veel of weinig bijvoeglijke naamwoorden? Er is geen objectieve
standaard voor alle teksten, en veel is afhankelijk van de manier waarop
leerlingen schrijfonderwijs krijgen. De bal ligt dan ook eerder bij de
leerkracht en de taalmethode dan bij de leerlingen. Kinderen geen of slecht
schrijfonderwijs geven, en ze aan het einde van hun schoolloopbaan afrekenen op
de slechte kwaliteit van hun teksten – daar klopt iets niet aan.
Effectieve
didactische strategieën
Wat is goed
schrijfonderwijs? Iedere aanpak die zich richt op de inhoud, de communicatieve
functie en het proces van schrijven, meer dan op de vorm en het eindproduct
ervan. De rode pen kan even in de la! Schrijven is een communicatief, sociaal
proces, dat je leert door het veel te doen, erover te praten en voorbeelden van
anderen te krijgen. Er is al veel bekend over effectieve didactische
strategieën op het gebied van schrijven, zowel vanuit de wetenschap als vanuit
onderwijspraktijk. Ze richten zich bijna allemaal op een goede begeleiding van
het schrijfproces. Elke vorm van reflectie op eigen teksten heeft al een
positief effect.
In mijn boek Iedereen kan leren schrijven(2014) beschrijf ik een
succesvolle schrijfdidactiek, gericht op het vergroten van schrijfmotivatie bij
alle kinderen en het gezamenlijk kritisch bespreken van teksten. De basis is
het in de groep schrijven over eigen ervaringen. Maar ook andere strategieën,
zoals allerlei samenwerkingsvormen, genre-specifieke schrijfinstructies, het
analyseren van voorbeeldteksten, begeleid schrijven in het kader van
zaakvakonderwijs zorgen voor duidelijke vorderingen bij alle soorten kinderen.
Het wordt tijd dat deze kennis naar de scholen en de opleidingen toe komt, en
wel in een praktische vorm. Daar hebben leerkrachten meer aan dan aan de
zoveelste beschrijving van doelen en (referentie)niveaus, die wel aangeven wat
bereikt moet worden maar niet hoe dan.
Kinderen schrijven nu
veel te weinig, en met te weinig plezier. Daar kan verandering in komen! Volg
mijn blog waarin ik regelmatig schrijf over mijn ervaringen als trainer,
pabodocent en schrijver.