Betekenisvol – dat woord is in onderwijskringen
zo vaak gebruikt dat het bijna versleten is. Vaak wordt het begrip
geïnterpreteerd als ‘dat kinderen het leuk vinden’ of ‘aansluitend bij de
ervaringen van kinderen’. Ik heb in mijn praktijk van schrijven met kinderen
ontdekt dat ‘betekenisvol’ meer inhoudt dan ‘leuk’ of ‘bekend’.
De
belangrijkste ontdekking is misschien: dat iets niet zomaar, voor iedereen en
altijd betekenisvol is, en dat het tijd kan kosten om iets betekenisvol te maken.
Een tweede inzicht is: dat ook
onderwerpen die ver afstaan van de dagelijkse leefwereld van kinderen
betekenisvol kunnen zijn. Ik hoorde Bert van Oers ooit in een lezing spreken over het verschil
tussen persoonlijke en culturele betekenisvolheid. Hij illustreerde dit mooi
aan het begrip ‘oma’: je hebt betekenisvolle persoonlijke ervaringen met je
eigen oma, maar even interessant en belangrijk is kennis over stambomen en
familierelaties, generaties in historisch perspectief (wat is veranderd sinds
de jeugd van mijn oma?), de waarde en plaats van grootouders in een cultuur.
Een
derde inzicht: zelfs een taak die eerst als ongelofelijk vervelend en zinloos
wordt ervaren, zoals schrijven, kan geleidelijk ‘leuk’ (lees: betekenisvol) worden.
Dat laatste gebeurt vooral als kinderen geleidelijk meer te weten komen over
een onderwerp, als ze erover praten, en als ze steeds beter in staat raken om
hun kennis zelf aan anderen over te dragen, in mondelinge of schriftelijke
vorm. De motor voor betekenisvolheid is dan het competentiegevoel: ik weet dit
en ik kan dit!
Taalonderwijs wordt in mijn ogen betekenisvol
als het gekoppeld wordt aan belangrijke inhouden en situaties. Dit is niet
alleen belangrijk omdat dat kinderen motiveert voor lezen en schrijven, maar
ook omdat het de enige manier is waarop je lezen en schrijven leert: in nauwe
relatie met de inhoud.
De
schoolse context als een betekenisvolle context
Biedt de school wel genoeg betekenisvolle inhouden?
Ik zou zeggen van wel. Kinderen zijn doorgaans enorm geïnteresseerd in de
onderwerpen waarover ze op school leren, zoals de Romeinen, ijsberen,
wereldgodsdiensten of zwaartekracht. Daarnaast komen ze vaak alleen op school
in aanraking met jeugdliteratuur, die ze meeneemt naar allerlei voor hen
onbekende situaties en werelden. Van de 7-jarigen blijkt volgens recent onderzoek 68 procent elke dag te lezen. Dat moet dus wel interessant zijn…
De schoolse context van zaakvakken en jeugdliteratuur
wordt voor kinderen betekenisvol als ze er nieuwsgierig naar mogen zijn, er
vragen over mogen stellen, er langere tijd actief mee bezig mogen zijn en er
steeds nieuwe kennis over opdoen. Daar kan het taalonderwijs bij helpen, door interessante
gesprekken te organiseren en rijke teksten aan te bieden over al die
onderwerpen. En door kinderen er heel vaak zelf teksten over te laten
schrijven.
In goed 21ste eeuws taalonderwijs
begin je met het delen van interessante ervaringen, mooie boeken, actuele
nieuwsberichten, belangrijke zaakvakkennis, boeiende vragen. Taalervaring,
taalkennis en taalplezier bloeien op als kinderen daarmee aan het werk gaan. Zie
je dit effect ook in hedendaagse taallessen volgens het stramien van een
taalmethode? Dat hoor ik zelden, zoals ik in een vorig blog beschreef.
In feite is dit werken vanuit inhoud het
omgekeerde van wat in taallessen uit taalmethodes gebeurt. In plaats van een onverwachte
tekst voor je neus te krijgen met een reeks te beantwoorden vragen, zoeken
kinderen samen met de leerkracht vanuit hun belangstelling voor een onderwerp
naar een tekst en naar specifieke informatie daarin. In plaats van een uit de
lucht vallende schrijfopdracht te krijgen met een lijstje eisen en daarna correctie
door de leerkracht, vloeien zinvolle schrijftaken voort uit een interessant gesprek,
een zaakvakles of een onderzoek, en worden die teksten gezamenlijk besproken. Ook
de directe koppeling van lees- en schrijfactiviteiten binnen eenzelfde thema
kom je in taalmethodes zelden tegen.
Het zorgt niet alleen voor meer plezier en
belangstelling - het is voor kinderen zeer betekenisvol als ze zich in de
schoolse context van de zaakvakken met taal leren redden. Het bepaalt voor een
groot deel hun schoolsucces.
Schrijven
voor en over spreekbeurten
Een voorbeeld uit de praktijk: in een
bovenbouwgroep houden kinderen elke week spreekbeurten over zelfgekozen
onderwerpen, van beugels tot het heelal, Egypte, bijen of milieuvervuiling. Ze
zijn stuk voor stuk enorm betrokken bij de informatie die ze hebben gevonden en
die ze aan hun klasgenoten willen overbrengen. De leerkracht heeft dit
aangegrepen om gedurende langere tijd te werken aan het schrijven van overzichtelijke
informatieve teksten. Ze heeft aan de hand van voorbeeldteksten laten zien dat
informatieve teksten vaak beginnen met globale informatie over het onderwerp,
en dat dan paragrafen over allerlei aspecten van dat onderwerp volgen. Ze laat
met voorbeelden zien dat je ook in informatieve powerpoints vaak zo’n indeling
ziet in inleiding en deelonderwerpen.
Dat is niet voor alle kinderen nieuw: de sterke
lezers in de groep hebben dat zelf al ergens opgepikt en ze gebruiken een
dergelijke indeling als vanzelf in hun presentaties. Maar voor een grote groep
kinderen is het nog erg lastig. In hun powerpoints maken ze vaak onlogische
indelingen en bij het schrijven van informatieve teksten breien ze lange lappen
tekst zonder structuur. De leerkracht leert alle kinderen werken met een
grafisch schema, waarin ze allerlei feiten kunnen onderbrengen voordat ze met
schrijven beginnen.
Werken met
een schrijfschema bij een tekst over het heelal
|
Een aantal weken komt steeds dezelfde volgorde van activiteiten terug:
- een kind houdt een
spreekbeurt over een eigen onderwerp met hulp van een zelf opgestelde powerpoint,
- de luisterende
kinderen maken daarvan aantekeningen
- na het luisteren
praten ze in groepjes met behulp van het schema over de paragraaf-indelingen
van de spreekbeurt/powerpoint
- alle kinderen
schrijven over het onderwerp van de gehouden spreekbeurt een eigen, nieuwe
tekst, met behulp van een zelf ingevuld schrijfschema en (voor de sterkeren)
zelf gevonden aanvullende informatie
- De leerkracht laat versies
van die teksten in meerdere korte klassikale tekstbesprekingen terugkomen,
zodat kinderen de tijd krijgen om te leren waar het om gaat bij een
informatieve tekst.
Wat kinderen zo geleidelijk leren is: ‘als een
wetenschapper’ praten, denken, lezen en schrijven over voor hen belangrijke
onderwerpen. De betrokkenheid is hoog, ze lezen allerlei teksten in het kader
van een onderwerp, ze schrijven zich een hoedje, en het allerbelangrijkste: de
zwakkere schrijvers worden niet losgelaten maar krijgen instrumenten in handen
om een goede informatieve tekst te schrijven. Dat is voor hen zeer
betekenisvol. Bij elk volgend zaakvakonderwerp kan de opgedane kennis over het
schrijven van een informatieve tekst terugkomen en verdiept worden.
Een
zee van schrijfonderwerpen
Schrijven bij de zaakvakken gebeurt al wel,
zeker op scholen die thematisch werken in blokken van meerdere weken. Maar het
wordt zelden gezien als schrijfonderwijs. Net zoals lezen bij de zaakvakken
niet gezien wordt als begrijpend leesonderwijs. Juist in het basisonderwijs,
waar één leerkracht alle vakken geeft, zouden de voordelen van zo’n koppeling van
vak- en taalonderwijs veel beter benut kunnen worden.
Ik merk al heel lang dat leerkrachten zich het
hoofd breken over goede schrijfonderwerpen. Waarover kunnen we de kinderen nu
weer eens laten schrijven? Dan wordt bij tijdgebrek gemakkelijk gegrepen naar
de stellessen van de methode. Maar ook de schrijvers van die lessen hebben zich
het hoofd zitten breken: wat zullen we nu weer eens bedenken?
Al dat hoofdbreken is helemaal niet nodig! Binnen
belangrijke thema’s en zaakvakonderwerpen vind je een zee van uitdagende
schrijfonderwerpen. En omdat je met die onderwerpen al bezig bent in je groep,
is het voor kinderen gemakkelijker om erover te schrijven. De genre-indeling uit
mijn boek kan helpen bij het ontwerpen van schrijfopdrachten, en ervoor zorgen dat je als
leerkracht bewust bezig bent met een belangrijk aspect van schrijfvaardigheid,
dat je steeds kunt laten terugkomen. Betekenisvoller kan het niet.