donderdag 19 januari 2017

Waarom de lengte van een tekst niks zegt over de kwaliteit



‘Ik ben al blij als ze drie zinnen op papier krijgen’, zegt een leerkracht. Dat hoor ik vaker en ik denk erover na. Kan dat betekenen dat het dan niet uitmaakt wat die zinnen zeggen of hoe ze geformuleerd zijn? Of betekent het, dat een tekst van drie zinnen eigenlijk niet goed kan zijn, maar alla, het is toch al iets? In het onderwijs ligt om de een of andere reden veel nadruk op de lengte van een tekst, net als op spelling en interpunctie. Hoe langer een tekst en hoe minder fouten, hoe beter, lijkt het idee. Mijn ervaring is dat ook korte teksten met spel- en interpunctiefouten goed, mooi en doeltreffend kunnen zijn. Het lijkt me belangrijk om je dit te realiseren als leerkracht, en bij een kindertekst altijd eerst te bedenken: wat wil de schrijver bereiken en hoe goed is dat al gelukt?

Tekst (groep 4) om aankomende vierdegroepers te informeren


‘Niets meer aan doen’ of ‘dat kan je er ook nog bij schrijven!’

In taalrondes over eigen ervaringen (zie mijn boek) schrijven kinderen vaak in een minuut of acht een tekst, die ook als eerste versie al duidelijk en persoonlijk is. Dat komt omdat er een heel proces van vertellen, op ideeën komen en selecteren aan vooraf gegaan is. Er zijn altijd kinderen die maar een of twee zinnen schrijven in die eerste versie. Ze zijn gauw klaar en kijken om zich heen naar andere kinderen, die nog druk bezig zijn.  Als ik even naar ze toe loop en lees wat er staat, is dat soms al heel duidelijk, zodat ik eigenlijk wel snap waarom de schrijver gestopt is met schrijven. Vaak raak ik in gesprek over wat er staat, en komt er in dat gesprek iets naar boven dat heel goed nog in de tekst zou kunnen, waar hij zelfs beter van zou worden. Soms denk ik ook: niets meer aan doen. Dat laatste lijkt wel taboe in het onderwijs: dat een tekst gewoon in één keer goed is! Ook ik voel mijn beroepsdeformatie opkomen: ‘dan leren ze toch niks?’ Dat laatste is natuurlijk alleen zo als een kind geen feedback krijgt, in dit geval op wat er dan zo goed is aan de tekst.

Tekst groep 5

Teksten die werken

Sommige kinderen op de basisschool schrijven juist heel lange teksten. Het is begrijpelijk dat ze daar vaak trots op zijn: kijk eens hoe veel ik geschreven heb! Ze genieten enorm van elke zin die er bij komt of hebben geen zin om te stoppen met typen omdat het net zo lekker gaat. Met schrijfvaardigheid heeft dat niet zo veel te maken. Als leerkracht kan je dit, zonder die langschrijvers te ontmoedigen, steeds duidelijk maken. Schrijven is: inhoud zodanig overbrengen dat het werkt. Soms is bondigheid effectiever, bijvoorbeeld bij een instructietekst. Soms zijn woordrijke uitweidingen precies wat je nodig hebt, bijvoorbeeld als je door een tekst een beeld voor ogen wilt krijgen van een situatie, een landschap of een persoon. Dit inzicht kan kinderen die zichzelf zien als slechte schrijvers enorm ondersteunen.

Waarom lang of kort?

Je kunt veilig zeggen dat de lengte van een tekst niet belangrijk is als criterium voor kwaliteit. Toch gelden in sommige gevallen normen voor de lengte van een tekst, zoals in richtlijnen voor artikelen, tips voor internet-teksten, opdrachten voor scripties of werkstukken. Dan worden minimale of maximale aantallen woorden opgegeven. Soms lijkt het wel of een minimum wordt aangegeven als schrijvers geen zin hebben (op school en opleiding) en een maximum als schrijvers te veel zin hebben (bij journalisten of experts die zichzelf belangrijk vinden).
Maar ook de intentie van de lezer speelt mee. Wil die meegesleurd worden in een tekst en de tijd vergeten, of snel lezen wat hij zoekt op zijn smartphone? De kinderen van nu krijgen in hun toekomst te maken met webteksten, die de lezer moeten verleiden niet al te snel weg te klikken. Alleen al daarom is het belangrijk dat ze al op school leren om korte teksten te schrijven met niet meer woorden dan absoluut noodzakelijk. Bondigheid is daarnaast een belangrijk kenmerk van de academische/schoolse teksten die alle soorten leerlingen op school moeten leren lezen en schrijven.

Schrappen of toevoegen

Mijn advies: maak kinderen bewust van de effecten van de lengte van een tekst. Bekijk zelf ter inspiratie eens de ZKV’s (Zeer Korte Verhalen), uitgevonden door A.L. Snijders en Lydia Davis en bedenk dat kinderen heel goed zijn, of kunnen worden, in dit ‘korte’ genre. Of verdiep je eens in het nieuwe journalistieke genre van de ‘longreads’: journalistieke artikelen die nu eens wel de diepte in gaan en dus langer zijn. Die ontstonden juist weer als reactie op steeds kortere en flitsender teksten in de nieuwsmedia (vraag die ineens bij mij opkomt: is een ‘werkstuk’ een ‘longread’ voor de basisschool?). Leerkrachten die steeds met hun leerlingen praten over wat in een tekst geschrapt of toegevoegd kan worden, en waarom, zijn goed bezig met schrijfvaardigheid.

1 opmerking:

  1. Dag Suzanne, leuk en leerzaam om te lezen! Hieronder het verhaaltje dat Daan (net 7, groep 3) vandaag spontaan schreef op de computer. Groetjes! Anouk
    "Halo ik ben Daan de sgrijver van dit verhaal
    Mama en ik Daan Zijn tuis stef mijn broertje is bij de BSO Rolph mijn VADER is op zijn werk en weetje WAT ik ben moorgen jaarig ik wort dan 7 en Zondag hou ik mijn grooten mensen feestje dus dangkjulie wel VOOR HET LIUSTEREN"

    BeantwoordenVerwijderen